Afgelopen maandag bakte ik een focaccia. Voor wie daar nog nooit van gehoord heeft: een focaccia is een Italiaans gekruid brood, dat vaak nog lekkere extra's zoals olijven, zongedroogde tomaatjes of gegrilde paprika bevat. Het is heerlijk bij soep of andere (Italiaane) maaltijden, maar ook als tussendoortje.
Voor 1 brood heb je nodig:
- 250 gram meel
- 1/2 zakje of 4 gram gist
- olijfolie
- 125 mL lauw water
- 1 theelepel zout
- 50 gram olijven in plakjes
- zeezout in de molen
- 1 theelepel roosmarijn
Meng het meel met de gist, 2 eetlepels olijfolie en het water en zout. Kneed dit tot een soepel deeg. Voeg dan de olijven door en kneed nogmaals, zodat deze goed verspreid door het deeg worden. Vorm een bol, bestrijk deze met 1 eetlepel olijfolie en zet afgedekt weg op een warme plaats om 1 uur te rijzen. (Gisten houden van ongeveer 37 graden celsius. Ik zet de kom op de radiator)
Rol het deeg uit tot een plak van ongeveer 1 cm dik. Leg deze op een bakplaat (mét bakpapier) en laat zo nog 30 minuten rijzen.
Verwarm de oven voor op 230 graden. Bestrijk de focaccia met 1 eetlepel olie en strooi er zeezout en roosmarijn over. Bak 15 minuten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten