Zomerse curry

Hoewel je bij curry misschien niet direct denkt aan de zomer, vind ik haar het lekkerst met zomergroenten zoals paprika of bloemkool. Tel daarbij op dat ik voor het eerst curry leerde maken in de zomer, in het studentenhuis waar ik toen woonde, waarna we met zijn allen in de tuin aten en genoten van een uitgebreide Indiase maaltijd.

Ik vind bloemkool op haar best in een sterk gekruide maaltijd, omdat ze van zichzelf zo neutraal smaakt. Hoewel ik me vaak voorneem om er eens wat verder mee te experimenteren, eindigt bloemkool verdacht vaak in een Indiase maaltijd.

Voor 4 personen heb je nodig:

• 400 gram aardappelen, geschild en in blokjes
• 1 eetlepel plus 1 theelepel mosterdzaadjes
• 1 theelepel komijnzaadjes
• zonnebloemolie
• 1 ui, gesneden
• 2 teentjes knoflook
• 1 bloemkool, in kleine roosjes
• 4 tomaten, fijngesneden
• 1 theelepel gemalen gember
• 300 gram verse spinazie, grof gesneden
• 400 gram kikkererwten
• peper en zout naar smaak

Optioneel, voor yoghurtdip erbij:

• halve beker yofu (soja yoghurt)
• 2 theelepels fijngesneden koriander
• 1 theelepel limoensap

Breng water aan de ook en kook de aardappeltjes in 10 minuten gaar. Daarna bak je ze op in wat olie, met 1 eetlepel mosterdzaad en de komijnzaadjes.

In een hapjespan (mét passend deksel!) doe je de overige eetlepel mosterdzaadjes. Bedek de pan en verwarm. De mosterdzaadjes gaan poppen en schieten alle kanten op. Deksel er goed op houden. Dit duurt zo'n 5 minuten.

Voeg 2 eetlepels olie en de ui toe. Fruit de ui 3 minuten. Pers de knoflook erboven uit. Voeg de bloemkool, tomaten en gember toe, schep even om en laat een kleine 10 minuten pruttelen.

Voor de yoghurtdip: meng de yofu met de koriander en limoensap.

Vervolgens voeg je de spinazie en kikkererwten toe. Laat de spinazie slinken en de kikkererwten opwarmen. Breng op smaak met peper en zout en serveer de curry met de gebakken aardappeltjes.

Eet smakelijk!